Hoelang moet een spel duren?

“Zullen we nog even een potje Monopoly spelen voor het eten?” Even? Iedereen die weleens Monopoly heeft gespeeld, weet dat je dit niet ‘even’ voor het eten speelt. Dan kun je beter Uno of Boggle uit de kast pakken.

Als je een spel ontwerpt, is tijd een belangrijke factor om rekening mee te houden. En dit omvat meer dan alleen de tijd die het kost om een spel uit te spelen. Je hebt bijvoorbeeld ook te maken met opzettijd, uitlegtijd en wachttijd. Het is de kunst de spelervaring te optimaliseren door het element tijd zo efficiënt mogelijk in te zetten. Hieronder enkele tips.

Speeltijd

De basis regel is: laat een spel niet langer of korter duren dan nodig is voor de beoogde spelervaring. De duur van een spel varieert van enkele minuten tot meerdere uren. Niet iedereen vindt een spel van meerdere uren echter leuk. Ervaring leert dat er bij 75-90 minuten een omslagpunt zit.

Soms heb je echter wel een bepaalde tijd nodig, bijvoorbeeld als je mensen iets wilt leren. Je kunt er dan bijvoorbeeld voor kiezen het spel op te knippen in meerdere kortere games, waarbij ieder deel een eigen set (leer)doelen heeft.

Als je het spel test, vraag spelers dan alle mobieltjes en horloges aan de kant te leggen en hen direct na afloop te vragen hoelang ze denken dat het spel heeft geduurd. Komt dat overeen met de werkelijke tijd?

Opzettijd

Over het algemeen geldt: hoe sneller je een spel opzet, hoe fijner. Ik moet de eerste nog tegenkomen die zegt: het was een leuk spel, maar het opzetten kostte veel te weinig tijd. Als het opzetten daarentegen veel tijd kost, is dat nogal eens een reden om een spel niet uit de kast te halen. Zonde natuurlijk.

Kijk of je het opzetten kunt integreren in het spel, zoals bij Stratego. Hier is het plaatsen van de stukken onderdeel van je strategie.

Richt de doos handig in, bijvoorbeeld door sorteervakjes te maken, zodat je onderdelen snel kunt vinden en weer kunt opruimen

Kijk of je met minder verschillende soorten kaarten of spelonderdelen toe kunt. Dit scheelt een hoop uitzoektijd.

Wachttijd

Tijd is grotendeels een gevoelskwestie. Als je steeds wat kan doen, gaat de tijd voor je gevoel sneller dan als je lang moet wachten voor je weer aan de beurt bent. Deze wachttijd is iets waarmee je rekening moet houden als je een spel maakt. 

Wachten tot je aan de beurt bent heeft echter ook voordelen. Het geeft je tijd om na te denken en je strategie te bepalen. Of even naar de wc te gaan. Maar als je voor je gevoel alleen maar aan het wachten bent, dan wordt dat vervelend. Actieve tijd en wachttijd moet in balans zijn.

Stop niet teveel acties in 1 beurt, maar spreid acties over meerdere beurten. Hierdoor kan iedereen steeds iets doen en op elkaar reageren.

Bouw acties in die mensen kunnen inzetten in andermans beurt. Bijvoorbeeld een stop-kaart die een voorkomt dat iemand een bepaalde handeling doet of een steel-kaart waarmee jij het zojuist verdiende geld kan onderscheppen.

Voorkom dat mensen niet meer mogen meedoen en moeten wachten tot het spel is afgelopen. Of tijdelijk op inactief worden gezet, totdat ze bijvoorbeeld een 6 gooien.

Rustpauzes

Mensen hebben een gemiddelde aandachtspanne van 40 tot 50 minuten. Dat is de maximale tijd dat iemand gefocust met een taak bezig kan zijn. Als je een spel maakt dat langer duurt, is het goed pauzes in te lassen zodat mensen even kunnen ontspannen.

Uitlegtijd

Hoe sneller iemand mee kan spelen, hoe leuker het is en hoe eerder iemand ervaring kan opdoen. De meeste mensen leren het spel liever van iemand die het uitlegt, dan dat ze zelf de handleiding moeten doorlezen. Je kunt hierop inspelen door bijvoorbeeld een instructievideo te maken waarin je uitlegt hoe je het spel opzet en speelt. Andere tips:

Zorg voor een goede handleiding die mensen kunnen gebruiken om het spel te leren EN als naslagwerk. Ook een handig kaartje met de belangrijkste regels, punten e.d. die mensen ernaast kunnen houden, werkt vaak erg goed.

Maak een eenvoudig introductiescenario met quick start waarin mensen al spelende het spel leren.

Borduur voort op bekende spelprincipes en voeg niet in een keer teveel complexe en nieuwe elementen toe. Je kunt dit beter spreiden over verschillende scenario’s of uitbreidingen.

Overweeg een coöperatief spel. Hierin werk je samen, waardoor je veel open kunt bespreken. Het is dan vaak voldoende als 1 persoon het spel kent, die kan de rest dan op sleeptouw nemen.

Een eerste spel duurt vaak langer. Daarom kun je mensen een vliegende start te geven, bijvoorbeeld door ze alvast kaarten of fiches te geven waardoor ze sneller iets kunnen kopen.

Als je weet dat spelers het eerste spel niet zullen winnen, maak het eerste spel dan zo kort dat ze het nogmaals willen proberen. Zorg er vooral voor dat mensen kunnen oefenen en dat fouten (nog) niet te erg worden bestraft.

Einde van het spel

Spelers vinden het prettig als ze enig idee hebben hoelang een spel nog duurt en wanneer het afgelopen is. Dit werkt het beste als je een spelconcept inbouwt waardoor een spel automatisch eindigt. Een mooi voorbeeld hiervan vind ik Pandemie, een spel waarin je de wereld moet redden van virussen. Hierin trek je iedere beurt 2 kaarten en als de trekstapel op is voordat de wereld virusvrij is, heb je verloren. Het voelt dan echt als een race tegen de klok.

Bij spellen als Smallworld, Wingspan of Castles of Burgundy is het spel na een bepaald aantal ronden automatisch afgelopen. Bij Othello voeg je iedere beurt een steen toe aan het bord en als de stenen op zijn, is het spel afgelopen. Bij schaken wordt vaak met een tijdklok gewerkt zodat spelers niet eeuwig kunnen nadenken. Zo heb je tal van manieren om het einde van het spel te controleren.

Vermijd situaties waarin de spelvoortgang constant teruggezet kan worden. Hierdoor kan een spel eindeloos duren. Zo eindigt een spel als Munchkin bijvoorbeeld zodra iemand level 10 is. Maar omdat je ook weer omlaag kan gaan in levels, kan dit erg lang duren.

Zorg dat je het spel op meerdere manieren kan beëindigen en dat niet 1 persoon op een gegeven moment volledig het einde controleert.

Eindscore

Als het spel uiteindelijk uit is, dan is het zaak de winnaar te bepalen. Bij spellen als schaken of monopoly is dit meteen duidelijk, bij andere spellen moet je bijvoorbeeld nog punten tellen. Zorg ervoor dat je snel kunt bepalen wie de winnaar is en dat je niet nog lange of ingewikkelde berekeningen hoeft te maken.

Houd tijdens het spel de voortgang bij, bijvoorbeeld met behulp van een pion op een puntenspoor. Bijkomend voordeel is dat de spelers hierdoor hun voortgang kunnen zien en eventueel hun tactiek hierop kunnen aanpassen.

Zorg eventueel voor hulpmiddelen, zoals een tabel waarin spelers het aantal punten direct kunnen aflezen en niet zelf hoeven ui te rekenen.


Posted

in

,

by